In de voorbije jaren schreef Frans Herpelinck nu en dan een gedicht.
Een systematische dichter is hij niet. Hij schrijft enkel als het
water hem aan de lippen staat. Zijn stijl is net als zijn schilderijen
op zijn minst melancholisch op het sombere af.
Carboon
Mijmering bij een varenfossiel
Geveerde varens
wuiven
verstard
verdronken zonneglanzen
in duister aardediepten
een spoor van leven dat
onnut was op
zichzelf
maar ander leven heeft
gewekt
tot aan het eind
van de spiraal
waar ik nu sta
het hart vol
heimwee en
met open hand
die poogt te grijpen
’t licht dat druipt
doorheen
geveerde varenpalmen
Verloren Paradijs
Schuwe vogels schuiven
hun schaduw over't land.
Ver achter mij blinkt licht,
maar om mij ruist
het donker loof der bomen
waarin ik vlucht.
Mijn handen steunen,
scheuren open in
't doornig struikgewas.
En tevergeefs zoek ik
wat late zon. Voor mij
blijft niets meer over
van 't Paradijs waarin
ik ooit mijn jeugd verdroomde
Sunday, May 17, 2009
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment