Thursday, August 16, 2007

Mijn Verantwoording voor het Kunst bedrijven

Hallo collega's kunstenaars

Mijn vorig bericht bevatte de aankondiging van een aparte website waarop
iedereen van jullie zijn dwingende redenen zou kunnen uiteenzetten voor het bedrijven van Kunst.
Zo'n website is niet gebruikelijk. Ik ken er geen enkele.
In afwachting dat ik wat beter het maken en beheren van websites onder de knie krijg zal ik
het er maar op wagen als eerste onbeschroomd mijn artistieke beweegredenen uiteen te zetten.
Wenst U mij te komen vervoegen, stuur dan je tekst naar frans.herpelinck@skynet.be
Ik zorg voor de publicatie op deze blog en weldra dan op een aparte website. Geef me suggesties
voor die toekomstige site voor een naam en/of vormgeving zodat velen bekoord worden ernaar toe te surfen en eraan mee te doen.

Frans Herpelinck
°Poperinge (België) 20-03-1933
Was ooit leraar Fysica/Chemie maar noemt zich sinds zowat dertig jaar 'kunstschilder'.
Wat hij waard is moge blijken uit het vervolg van deze blog.

Voor mezelf zie ik drie soorten beweegredenen tot het bedrijven van Kunst.

1. Een wellicht aangeboren dwingende esthetische belangstelling voor lijnen en vormen
2. Afreageren van eigen psychologische complexen
3. Het grondvesten van een vernieuwende ideologie, tegelijk vrijzinnig en inwendig
transcenderend.


1. Aangeboren esthetische neiging

Het is een waarschijnlijk terecht algemeen verspreide gedachte dat tekenen en schilderen
iemand aangeboren is.
Mijn vader, een oudere zuster en twee broers tekenden zeer verdienstelijk.
Onder mijn voorouders waren veel meubelmakers en wellicht genoten ook zij reeds van de mooie hoekige of gebogen lijnen van hun ambachtelijk werk.
Als zesjarige herinner ik mij veel prenten nagetekend te hebben uit de Sneeuwwitjefilm van Walt Disney. Later genoot ik van de kleuren en geuren van de olieverfschilderijen van mijn stadsgenoten, vooral dan Jules Boudry en Pol Beun.
Als student krabbelde ik mijn schriften en afgedankte doodsbrieven vol met allerlei gefantaseerde schetsen.

Wel zou het me interesseren wetenschappelijk meer te weten te komen over die typische neiging van sommige mensen tot het beoefenen van diverse vormen van kunst: muziek,
beeldende kunst, woordkunst.

2. Psychologie
Mijn leven ging niet over rozen. Reeds jong maakte ik de oorlog mee, beschietingen, bombardementen, honger. Zelf ooit boterhammen geschooid te hebben is bij mij de basis
geworden van een grote mensenliefde. De toen opgedane emoties uiten zich nog altijd
in mijn hedendaags werk: expressieve uitbeelding die niet altijd prettig is om te bekijken.

Een al te fundamentalistische katholieke opvoeding zorgde voor bijkomende complexen
van schuldgevoelen en minderwaardigheid. Al te veel energie heb ik moeten verbruiken om mij hieraan te ontworstelen. Anderzijds vormt dit wel dikwijls de aanleiding tot verhuld protest
in mijn artistieke productie. Dit en het voorgaande bepaalden uiteindelijk mijn persoonlijke
sociaal gerichte eigen ideologie.

De verantwoordelijkheid mijn kinderen een plaats te helpen veroveren in de maatschappij
heeft mij ook sterk belast tegelijk met de strijd die ik meende te moeten voeren voor filosofisch vrij denken.Hieraan heb ik een bepaalde levenskracht, zelfs enige agressiviteit, overgehouden
die typerend is voor mijn werk.

Ondertussen begint nu toch ook mijn langdurige gehoorgestoordheid wel erg zwaar psychologisch door te wegen.

Dit alles wellicht geen aanleiding tot blije tekeningen...

3. Ideologisch

Als een mens het beschermende omhulsel van zijn aanvankelijke beginselen prijs geeft, voelt hij zich toch wel erg onzeker. Het is normaal dat hij terug op zoek gaat naar 'rustige vastigheid'.
Mede beïnvloed door sommige denkbeelden van allerlei filosofen o.a. Nietzsche, meen ik mijn
nieuwe 'geloofsovertuiging' te kunnen opbouwen rond Kunst.
Het is niet mijn bedoeling hier een nieuwe geestelijke dimensie te ontdekken tenzij dan daar waar de geest verbonden blijft met de stof of beter gezegd een levensdimensie los van alles wat we tot dusver geest noemden, openbloeiend in een kwalitatief verhoogde opvatting van de stof.
Niet verder kijkend dan de materie uitgebreid is( maar hoe uitgebreid is niet ons materiëel bestaan?) acht ik via de kunst een toch verbijsterende transcendentie mogelijk. Materieel beperkt noem ik ze daarom een inwendige transcendentie. De term is niet van mij maar is gemeengoed aan het worden onder de moderne filosofen.

Terzijde verheugt het mij over de ganse aarde goede (en slechte) kunstenaars te ontdekken in
aantal zoals nooit voorheen. Zij proberen eerlijk zichzelf esthetisch uit te drukken.Mogen de principes die zij zodoende opdoen bijdragen tot zowel een vrijer geloven als een vrijer niet geloven.Zou het aldus mogelijk zijn dat een nieuwe wereldspiritualiteit ontstaat die al wat voorafging overstijgt?



No comments: